Wat is de ziekte van Fabry?

De ziekte van Fabry is een X-gebonden, lysosomale stapelingsziekte die zowel mannen als vrouwen kan treffen.1,2 Fabry wordt veroorzaakt door mutaties in het alfa-galactosidase A (GLA)-gen, wat leidt tot deficiëntie of dysfunctie van het α-galactosidase A (α-Gal A)-enzym.2

Als progressieve, multisystemische ziekte kan Fabry een enorme negatieve impact hebben op de kwaliteit van leven,1,3 met een breed spectrum aan symptomen.1 De ziekte van Fabry kan zich bij elk getroffen persoon anders presenteren en de ziekte kan een aanzienlijke last zijn, ongeacht de symptomen.1

Mensen met Fabry worden normaal gesproken gecategoriseerd in 2 subtypen1: zij met de klassieke ziekte, waarbij symptomen zich lijken te manifesteren tijdens de kinderjaren of adolescentie, en zij met later beginnende ziekte. Mensen uit de laatstgenoemden zijn meestal gezond in hun jeugd en kunnen als volwassenen nier­ en/of hartziekte krijgen, op elk moment vanaf hun 20ste tot hun 7oste levensjaar. Helaas kunnen beide subtypen leiden tot orgaanfalen evenals ernstige complicaties tijdens de volwassen leeftijd  en kunnen deze de levensduur normaal gesproken verkorten.4 Heterozygote vrouwen kunnen een gevarieerde presentatie van de ziekte van Fabry hebben, van asymptomatische of lichte symptomen tot symptomen die net zo ernstig zijn als die bij mannen.1

Het X-gebonden overervingspatroon van de ziekte van Fabry1

De oranje X geeft een getroffen X-chromosoom aan

Een persoon met een genmutatie die de ziekte van Fabry veroorzaakt
Een persoon zonder een genmutatie die de ziekte van Fabry veroorzaakt

Overerving via een getroffen moeder5

Er bestaat een kans van 50% dat een getroffen moeder met een heterozygoot genotype het defecte gen aan één of meer van haar kinderen overdraagt.

Overerving via een getroffen vader5

De dochter zal het defecte gen van haar vader erven.
De zoon zal het defecte gen van zijn vader niet erven.

Mannen met de ziekte van Fabry kunnen Fabry niet overdragen op zonen, maar zullen de ziekte altijd overdragen op dochters.6 Vrouwen met de ziekte van Fabry hebben 50% kans op het overdragen van de ziekte op zonen en dochters.5

De afbeelding toont het overervingspatroon van het X-gebonden chromosoom voor de ziekte van Fabry via een getroffen moeder of een getroffen vader. Mannen met de ziekte van Fabry kunnen Fabry niet overdragen op hun zonen, maar zullen de ziekte altijd overdragen aan dochters.5 Vrouwen met de ziekte van Fabry hebben 50% kans op het overdragen van de ziekte op zonen en dochters5

Epidemiologische onderzoeken wijzen een incidentie uit van ongeveer 1 op de 40.000 bij mannen alleen en ongeveer 1 op de 117.000 in de algemene populatie.6,7 Voor de daadwerkelijke incidentie van Fabry wordt aangenomen dat deze veel hoger ligt dan gesuggereerd wordt in screeningprogramma’s met zuigelingen.8,9

Omdat de kenmerken en symptomen van de ziekte van Fabry niet specif iek zijn en vergelijkbaar kunnen zijn met andere aandoeningen, kunnen patiënten vaak verkeerd gediagnostiseerd worden. Dit geeft vertraging in de diagnose van Fabry, vooral bij diegene die niet op de hoogte zijn van de voorgeschiedenis van Fabry in de familie.5,10 Onderzoeken suggereren dat de gemiddelde vertraging in de diagnose bij zowel mannen als vrouwen ongeveer 15 jaar is.5

Vroegtijdig genetisch onderzoek bij aanwezigheid van een familievoorgeschiedenis van de ziekte van Fabry in de familie en screening van zuigelingen in het algemeen kan bijdragen aan de afname van deze vertraging, mogelijk al voordat de symptomen beginnen. Dit kan na verloop van tijd bijdragen aan een optimale en gepersonaliseerde behandeling van de Fabry patient.5

Het genotype alleen kan bij Fabry niet altijd de ziekteprogressie voorspellen, aangezien de ziekteoorzaak complex is en er een grote variabiliteit is in de manifestatie en progressie van de ziekte.5

Gensequencing, oftwel een mutatie-analyse kan een belangrijk diagnostisch hulpmiddel zijn en in vele gevallen wordt dit aanbevolen voor het bevestigen van de ziekte van Fabry. Bij vrouwelijke patiënten is genetisch onderzoek altijd nodig. Dit komt doordat er inactivatie op het X-chromosoom kan plaatsvinden waardoor normale niveaus van het alpha Gal enzym mogelijk zijn11 De ziekte wordt dan als het ware gemaskeerd.3

In bepaalde gevallen kan gensequencing ook waardevolle inzichten verschaffen in de unieke aard van de ziekte bij een patiënt.7,11 Omgekeerd kan het ook aantonen dat een bepaald genotype niet in verband wordt gebracht met de klassieke of later beginnende fenotype van de ziekte. Daarnaast zijn bepaalde genotypen (of varianten) beschreven als nier of hart varianten (of subtypes).5 Om deze redenen kan mutatie-analyse nuttig zijn bij de diagnose en de ziektebeheersing van Fabry.

Er zijn meer dan 1000 mutaties van het GLA-gen bekend en er is dus niet één mutatie die Fabry kan veroorzaken.14 En fenotypische manifestaties van de ziekte kunnen van persoon tot persoon aanzienlijk verschillen.5 Zelfs als familieleden een identieke mutatie dragen.1,15

Resource icon

Bekijk hoe de ziekte van Fabry meerdere organen aantast

Bekijk Infographic
Resource icon

Fabry informatie voor professionals in de gezondheidszorg

Bekijk downloads

  1. Desnick RJ, Brady R, Barranger J, et al. Fabry disease, an under-recognized multisystemic disorder: expert recommendations for diagnosis, management, and enzyme replacement therapy. Ann Intern Med. 2003;138(4):338-346.
  2. Filoni C, Caciotti A, Carraresi L, et al. Functional studies of new GLA gene mutations leading to conformational Fabry disease. Biochim Biophys Acta. 2010;1802(2):247-252. doi:10.1016/j.bbadis.2009.11.003.
  3. Hoffmann B, Mayatepek E. Fabry disease-often seen, rarely diagnosed. Dtsch Arztebl Int. 2009;106(26):440-447.
  4. Fabry Disease. National Organization for Rare Disorders website. https://rarediseases.org/rare-diseases/fabry-disease. Accessed April 10, 2017.
  5. Germain DP. Fabry disease. Orphanet J Rare Dis. 2010;5:30. doi:10.1186/1750-1172-5-30.
  6. Meikle PJ, Hopwood JJ, Clague AE, Carey WF. Prevalence of lysosomal storage disorders. JAMA. 1999;281(3):249-254.
  7. Desnick RJ, Ioannou YA, Eng CM. Alpha-galactosidase A deficiency. In: Scriver CR, Beaudet AL, Sly WS, Valle D, eds. The Metabolic Basis of Inherited Disease. New York, NY: McGraw-Hill; 2001:3733-3774.
  8. Hwu WL, Chien YH, Lee NC, et al. Newborn screening for Fabry disease in Taiwan reveals a high incidence of the later onset GLA mutation c.936+919G>A (IVS4+919G>A). Hum Mutat. 2009;30(10):1397-1405.
  9. Spada M, Pagliardini S, Yasuda M, et al. High incidence of later-onset Fabry disease revealed by newborn screening. Am J Hum Genet. 2006;79(1):31-40.
  10. Lidove O, West ML, Pintos-Morell G, et al. Effects of enzyme replacement therapy in Fabry disease—a comprehensive review of the medical literature. Genet Med. 2010;12(11):668-679.
  11. Laney DA, Bennett RL, Clarke V, et al. Fabry disease practice guidelines: recommendations of the National Society of Genetic Counselors. J Genet Couns. 2013;22(5):555-564.
  12. Desnick RJ. Enzyme replacement and enhancement therapies for lysosomal diseases. J Inherit Metab Dis. 2004;27:385-410.
  13. El-Abassi R, Singhal D, England JD. Fabry’s disease. J Neurol Sci. 2014;344(1-2):5-19.
  14. Data on file. Amicus Therapeutics, Inc.
  15. Knol IE, Ausems MG, Lindhout D, et al. Different phenotypic expression in relatives with Fabry disease caused by a W226X mutation. Am J Med Genet. 1999;82(5):436-439.
Hartelijk dank voor uw bezoek aan FabryFacts.com U verlaat nu de website FabryFacts.com. Deze link leidt u naar een site die geen eigendom is van of beheerd wordt door Amicus Therapeutics. Amicus Therapeutics is niet verantwoordelijk voor de informatie op sites van externe partijen. OK 0