Het stellen van de Diagnose van Fabry

Diagnose kan moeilijk zijn omdat de kenmerken en symptomen van de ziekte uiteen kunnen lopen, verschillend kunnen zijn en meerdere organen treffen.1 Terwijl de ziekte van Fabry ‘zeldzaam’ is komen de symptomen waarmee de ziekte tot uiting komt vaak voor in de gewone populatie. Doordat er bij veel patiënten meerdere organen zijn aangedaan en er veel andere aandoeningen zijn die erg lijken op de symptomen van Fabry, kan het stellen van de diagnose moeilijk zijn.2

De schatting is dat patiënten gemiddeld 10 verschillende specialisten bezoeken voordat de diagnose ziekte van Fabry wordt bevestigd, wat leidt tot een vertraging van ongeveer 10 jaar vanaf het begin van de eerste symptomen tot aan de diagnose.3

Bij mannen met een vermoedelijk klassiek fenotype wordt de diagnose bevestigd door middel van een in vitro enzymatische test in leukocyten uit het bloed of in gekweekte huidfibroblasten. Als er een afwezigheid of heel lage levels van α-Gal A activiteit wordt aangetoond, is de diagnose van een klassiek fenotype bevestigd.3,4 Daarnaast kan mutatie-analyse m.b.v. genetische sequencing kan aanvullend inzicht verstrekken in de mutaties van een mannelijke patient, die het omgaan met en het behandelen van deze ziekte kunnen beïnvloeden.5-8

Het stellen van de diagnose bij vrouwelijke patiënten met de ziekte van Fabry is ingewikkelder. Als gevolg van inactivering van het X-chromosoom op het abnormale X-chromosoom (lyonisatie) van het abnormale chromosoom, kan de activiteit van α-Gal A normaal lijken in bloedleukocyten en gekweekte fibroblasten. Hierdoor kan de aanwezigheid van de ziekte van Fabry verborgen blijven.1,4,9 Een definitieve diagnose bij een vermoeden van de ziekte van Fabry bij vrouwen wordt bevestigd door het sequencen van het alpha-galactosidase A (GLA) gen.4

Voor families waarin Fabry voorkomt kan door sequencing van het GLA gen sequencing en overervingsanalyse de ziekteveroorzakende mutatie worden vastgesteld, daarnaast kan het helpen bij het identificeren van getroffen familieleden.10


Ziekteprognose/Prognose van Fabry

De levensverwachting van patiënten met de ziekte van Fabry is aanzienlijk korter dan die van de algemene bevolking.De levensduur van mensen met de ziekte van Fabry kan verkort worden tot ongeveer 50 jaar voor niet-behandelde mannen en 70 jaar voor niet-behandelde vrouwen, respectievelijk 20 en 10 jaar korter.1

Cardiovasculaire aandoeningen zijn de meest voorkomende doodsoorzaken voor mannen en vrouwen die Fabry hebben.11 Bij patiënten die staan ingeschreven in The Fabry Registry, dat wordt gesponsord door het bedrijf Genzyme Corporation, was de belangrijkste doodsoorzaak cardiovasculaire aandoeningen, met respectievelijk 53,6 en 50,0% van de mannelijke en vrouwelijke sterfgevallen als gevolg van deze oorzaak.11

De tweede en derde meest voorkomende doodsoorzaken waren respectievelijk cerebrovasculaire (12,5%) en nier (10,7%) aandoeningen.11 Het is vastgesteld dat bepaalde genetische varianten leiden tot het optreden van voorspelbare klinische manifestaties. Het is bijvoorbeeld aangetoond dat de GLA genvariant IVS4+919G>A gekoppeld is aan hoge prevalentie van late-manifestatie met een hoge prevalentie van hartsymptomen die op latere leeftijd tot uiting komen. Deze mutatie komt veel voor in de Taiwanese-Chinese Fabry patiënten populatie.12,13


Impact op de kwaliteit van leven

De aanwezigheid van ernstige chronische en beperkende complicaties, inclusief cardiovasculaire, niercomplicaties en comorbide aandoeningen zoals pijn kunnen een aanzienlijke impact hebben op het psychologische welzijn van patiënten met de ziekte van Fabry. Dit, samen met de impact op het sociaal functioneren, betekent dat patiënten vaak een vermindering van hun kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL) ervaren.14,15

Een meta-analyse van 11 onderzoeken waarin 536 patiënten met de ziekte waren opgenomen, toonde aan dat de ziekte van Fabry een aanzienlijke impact had op meerdere QoL-aspecten, inclusief lichamelijk functioneren, lichamelijke pijn, algemene gezondheid, vitaliteit, geestelijke gezondheid, en emotioneel welzijn, vergeleken met gezonde personen. 15 Deze samengestelde analyse toonde ook aan dat ernst van de ziekte, de aanwezigheid van nierziekte en een gevorderde leeftijd de kwaliteit van leven van patiënten met de ziekte van Fabry sterk kunnen beïnvloeden. 15

De aanwezigheid van de ziekte van Fabry kan ook de stemming zwaar beïnvloeden, een groot aantal patiënten kreeg te maken met een depressie. 14,16 Analyse van een populatie met de ziekte van Fabry in het Verenigd Koninkrijk onthulde dat depressie voorkwam in 46% van de gevallen, waarvan 28% overeenstemde met ernstige klinische depressie.14,16

Resource icon

Op wat voor nier- en cardiovasculaire symptomen moet men letten

Meer informatie
Resource icon

Ontdek de laatste behandelingsopties voor de ziekte van Fabry

Lees verder

  1. Germain DP. Fabry disease. Orphanet J Rare Dis. 2010;5:30. doi:10.1186/1750-1172-5-30.
  2. Hoffmann B, Mayatepek E. Fabry disease-often seen, rarely diagnosed. Dtsch Arztebl Int. 2009;106(26):440-447.
  3. Rozenfeld PA. Fabry disease: treatment and diagnosis. IUBMB Life. 2009;61(11):1043-1050.
  4. Winchester B, Young E. Laboratory diagnosis of Fabry disease. In: Elstein D, Altarescu G, Beck M, eds. Fabry Disease. Springer Science and Business Media; 2010: Chapter 6.
  5. Laney DA, Bennett RL, Clarke V, et al. Fabry disease practice guidelines: recommendations of the National Society of Genetic Counselors. J Genet Couns. 2013;22(5):555-564.
  6. Desnick RJ, Ioannou YA, Eng CM. Alpha-galactosidase A deficiency: Fabry disease. In: Scriver CR, Beaudet AL, Sly WS, Valle D, eds. The Metabolic Basis of Inherited Disease. New York, NY: McGraw-Hill; 2001:3733-3774.
  7. Anderson LJ, Wyatt KM, Henley W, et al. Long-term effectiveness of enzyme replacement therapy in Fabry disease: results from the NCS-LSD cohort study. J Inherit Metab Dis. 2014;37(6):969-978.
  8. Biegstraaten M, Arngrímsson R, Barbey F, et al. Recommendations for initiation and cessation of enzyme replacement therapy in patients with Fabry disease: the European Fabry Working Group consensus document. Orphanet J Rare Dis. 2015;10:36. doi:10.1186/s13023-015-0253-6.
  9. El-Abassi R, Singhal D, England JD. Fabry’s disease. J Neurol Sci. 2014;344(1-2):5-19.
  10. Yousef Z, Elliott PM, Cecchi F, et al. Left ventricular hypertrophy in Fabry disease: a practical approach to diagnosis. Eur Heart J. 2013;34(11):802-808.
  11. Waldek S, Patel MR, Banikazemi M, Lemay R, Lee P. Life expectancy and cause of death in males and females with Fabry disease: findings from the Fabry Registry. Genet Med. 2009;11(11):790-796.
  12. Chien YH, Lee NC, Chiang SC, Desnick RJ, Hwu WL. Fabry disease: incidence of the common later-onset alphagalactosidase A IVS4+919G–>A mutation in Taiwanese
    newborns–superiority of DNA-based to enzyme-based newborn screening for common mutations. Mol Med. 2012;18:780-784.
  13. Liu HC, Lin HY, Yang CF, et al. Globotriaosylsphingosine (lyso-Gb3) might not be a reliable marker for monitoring the long-term therapeutic outcomes of enzyme replacement therapy for late-onset Fabry patients with the Chinese hotspot mutation (IVS4+919G>A). Orphanet J Rare Dis. 2014;9:111.
  14. Cole AL, Lee PJ, Hughes DA, Deegan PB, Waldek S, Lachmann RH. Depression in adults with Fabry disease: a common and under-diagnosed problem. J Inherit Metab Dis. 2007;30(6):943-951.
  15. Arends M, Hollak CE, Biegstraaten M. Quality of life in patients with Fabry disease: a systematic review of the literature. Orphanet J Rare Dis. 2015;10:77.
  16. Bolsover FE, Murphy E, Cipolotti L, Werring DJ, Lachmann RH. Cognitive dysfunction and depression in Fabry disease: a systematic review. J Inherit Metab Dis. 2014;37(2):177-187.
Hartelijk dank voor uw bezoek aan FabryFacts.com U verlaat nu de website FabryFacts.com. Deze link leidt u naar een site die geen eigendom is van of beheerd wordt door Amicus Therapeutics. Amicus Therapeutics is niet verantwoordelijk voor de informatie op sites van externe partijen. OK 0